Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch zij vreesden [10]gans zeer, en zeiden: Ziet, [11]twee koningen bestonden niet voor zijn aangezicht, hoe zouden wij dan bestaan? 10. Hebreeuws, zeer zeer. 11. Namelijk, Joram de koning van Israel, en Ahazia de koning van Juda, boven, hfdst.9 vs.24,27.